F*ck! Namaak!!

Ik ben precies op 1 januari 2017 begonnen met deze website en je zou kunnen zeggen op stand nul. Ik wist niets van tweelingencultus, extreem weinig van Tribale Kunst. Hooguit wat hele vage flarden. Ik bezit twee geërfde beeldjes waarvan ik aanvankelijk niets wist. En ik wist niets van WordPress als middel om een website mee te bouwen. 2017 was het eerste volle jaar waarin ik zelfstandig en vrij kon werken. Ik wil eens kijken hoever je in één jaar – met een bescheiden ureninzet van 1,5 dag per week – kunt komen.

Al voor die tijd had ik – op mijn twee Yoruba beeldjes gelijkende – beeldjes op Ebay gekocht. Van een aantal wist ik wel: dit kan niet deugen. Maar zeker weten deed ik het niet. Zelfs met heel veel lezen kon ik me in feite maar weinig of geen oordeel vormen. Ja, je moest naar de gebruikssporen kijken. Het patina (dat is een soort glans die ontstaat bij het veel aanraken van een object of door de doek waarin de beeldjes werden gedragen). Ook de stijl van de houtsnijder en zijn regio was een punt van beoordeling. Dus ik keek nog meer in boeken en op internet. Ik begon kleine dingen te herkennen. Bepaalde stijlelementen van Abeokuta of Oyo of Igbomina. Ik begon te snappen dat er een verschil is in Plebejische Ibeji en Patricische Ibeji. (Eenvoudig voor arm volk of de prachtig gesneden kunststukken van de rijkere volksgenoten).

En voorzichtig kocht ik nu en dan iets op Ebay. Met iets meer kennis en iets meer zelfvertrouwen. En binnen mijn financiële grenzen die neerkomen op hooguit 200 euro per kwartaal. En op sommige beeldjes was ik wel trots. Ik vond ze mooi en ik vond het een hele “catch”. Want als ik vergelijkbare beeldjes bekeek – vaak minder mooi – die voor duizenden euro’s werden aangeboden, dan had ik toch inmiddels een aardige verzameling dacht ik, met een vaag gevoel van twijfel.

En toen proefde ik van de Boom der Kennis.

Op internet “ontmoette” ik een internationale groep van verzamelaars, kunstkenners en “koosjere” handelaren. Wat ze deden was aan de hand van detailfoto’s de “echtheid” van objecten vaststellen. Van beelden, van maskers, van hoofdsteunen, van textiel. Daarbij moet je bedenken dat deze subcultuur van verzamelaars twee heel erg Heilige Gralen heeft:

  1. Authenticiteit. Het moet ooit gebruikt zijn in rituelen of dagelijks leven.
  2. De kunstzinnigheid. Het kan zich ruimschoots meten met de grote moderne beeldhouwkunst uit de twintigste eeuw. Met het Surrealisme, het Kubisme, het Expressionisme.

Ik leverde een paar foto’s aan van één van mijn mooiste paar Ere Ibeji. En van links en rechts, van uit Frankrijk en de Verenigde Staten en Nederland en God weet waar vandaan was het oordeel FAKE!! De stijl is te geëxalteerd, het patina klopt niet, de verhoudingen kloppen niet, et cetera. Aaaai. Dat deed pijn.

En die pijn was nog maar het begin. Ik volgde de groep dagelijks. Bracht nog eens een object in waarvan de authenticiteit wel vaststond. (Een erfstuk waar deze hele site mee begonnen is.) En ja hoor: het oordeel was: is OK, is authentiek, niet mooi gemaakt maar wel echt. Heilige Graal 2 binnen, maar nummer 1 niet. Niet Great!!, maar een beetje Greatisch, dat mocht wel.

Ik bracht nog een paar stukken in: Fake en Fake. Ik pikte een foto van de website van het Fowler museum met twee bijna kubistisch gestileerde Ere Ibeji’s die erg fake leken zonder te vertellen waar ik de foto vandaan had. En ja hoor: prachtig! mooie stukken! Zijn ze te koop?

De slot van het liedje is dat deze website een tijdje heeft stilgestaan. Van mijn verzameling blijkt een flink deel niet aan de criteria van authenticiteit te voldoen. Over andere beeldjes zijn twijfelgevallen. Maar ik had wel even nodig om uit mijn innerlijke verscheuring op te rijzen en recalcitrant vast te stellen dat ik sommige beeldjes niettemin mooi vind. Om niet te zeggen prachtig.

Waar ik nog een beetje mee bof is dat mijn primaire liefde bij de antropologie ligt. Voor mij zijn de beeldjes “artefacten”: illustraties van de cultuur, van bepaalde rites en rituelen. Ik verzamel niet primair om de KUNST. Een mooi kopie – gesneden door houtsnijders uit dat volk en volgens de stijlcanon van die streek – is voor mij een enkele keer ook al goed genoeg. (Ook al koester ik mijn enkele authentieke Ibeji’s en Venavi’s als brokjes goud). Een paar gebruikte plastic popjes die naar men zegt in deze tijd nog wel eens als Ere Ibeji gebruikt worden, zouden bijvoorbeeld heel goed in mijn collectie passen, indien ze echt gebruikt zijn!

Maar goed. Ik wist dat er veel “toeristen hakhout” op de markt was. Maar deze onvoorstelbare Tsunami van “fakes” heeft mij overspoeld. Ik begin weer boven te komen. Heb veel geleerd en aan sommige namaak blijf ik trouw. Gewoon omdat ik ze mooi vind.

Dick Kranenburg

November, 2017.