Rotoplossingen

Cultuur ten goede en ten kwade

Cultuur is de manier waarop we de dingen (geleerd hebben te) doen.

In dat doen zit ons geloof, ons denken, onze kennis en onze normen en waarden verborgen.

Binnen de grenzen van de fysieke werkelijkheid kan alles wat we doen kan als cultuur gezien worden. Als een ontwikkelde en aangeleerde manier van doen. De manier waarop we met onze kinderen omgaan; De manier waarop we ons eten bereiden; De technieken die we gebruiken; De manier waarop we seksuele omgang regelen, De manier waarop we binnen een groep met elkaar omgaan. De manier waarop met onze geboorte of dood wordt omgegaan.

Dat is de definitie van cultuur op deze website. (Uitgebreide weergave)

Cultuur brengt kortom goede oplossingen, matige oplossingen en soms regelrechte rotoplossingen. En het verzet daartegen.

Omdat een beeld vaak meer zegt dan duizend woorden hebben we twee kaarten van Lagercrantz over elkaar heen geprojecteerd.
>> Een zwarte stip betekent tweelingen zijn welkom.
>> Een rode stip betekent beide tweelingen worden gedood.
>> Een rode cirkel betekent één van beide wordt gedood.
Lagercrantz ontleent deze kennis niet alleen aan professionele antropologische verslagen. Hij maakt ook gebruik van verslagen van reizigers, overheidsdienaren, evangelisten en anderen die om een of andere reden in contact stonden met een volk en aantekeningen maakten m.b.t. tot de omgang met tweelingen. Bij elkaar verzamelde Lagercrantz ongeveer 420 verslagen. De verslagen geven een beeld, maar pretenderen niet volledig te zijn.

Hoewel deze website over de schoonheid van de goede oplossingen gaat, kunnen we u de informatie over de rotoplossingen niet onthouden.

Waarom tweelingen soms als ongewenst beschouwd worden, soms gediscrimineerd, soms verwaarloosd, soms verkocht en soms vermoord, is en blijft – ook onder professoren – een discussie.

Professor Sture Lagercrantz (zie bij bronnen) legt de oorzaak in Afrika bij historische invloeden vanuit de Arabisch- Perzische- Indiase cultuur. Hij gaat er van uit dat de tweeling verering in Afrika er eerder was dan de afwijzing.  Doctor I. Vogelzang (zie bij bronnen) vindt die uitleg te gekunsteld.

Niet overal werd een tweeling gedood. Soms waren er “afgezwakte” vormen: alleen de kinderen van de koning werden gedood, of slechts één van beide of alleen als ze van gelijk geslacht waren, of juist van ongelijk geslacht, of er vond “alleen” een verbanning plaats.[2] 

Onderstaand een hele beknopte opsomming. Wetende dat gebruiken per dorp konden verschillen. Het gaat om journalistieke en wetenschappelijke rapportages waaruit ook blijkt dat binnen één etnische groep of volk heel verschillende gebruiken (positief en negatief) konden voorkomen.

Op Madagaskar werden tweelingen gedood bij de Sakalaven, Imerina,, Zafind, Raminia en de Grandidier. Daarentegen mogen tweelingen bij de Menabe en de Antankarauna blijven leven.

“Slechts” één van beide werd gedood bij in het Limpopo gebied (Noorden van het huidige Zuid-Afrika) en bij meerdere stammen van de Ronga (Mozambique); Ituri Pygmeeën, Turkana, Ruanda, Mkulwe, Rotse, de San en de Khoikhoi. Bij de Ngombe alleen als het om een zwak kind ging. Lagercrantz ziet hierin aanwijzingen dat er zelfs bij stammen waar tweelingen gedood werden, grote weerstanden bestonden en er allerlei redenen bedacht werden om het ook heel vaak niet te doen. Hij zoekt de oorzaak hiervan in de Ethiopische / Somalische culturen waar het doden van tweelingen zo goed als volledig afwezig is is.[3]

Bij de Ashanti en Kwanyama werden tweelingen alleen gedood als het de kinderen van een Hoofdman waren (Zie ook voetnoot 1 over een koning van de Yoruba). Aangenomen mag worden dat hier een element speelt van opvolging en rechten op het koningschap. De Yoruba (en veel andere volken)  lossen dat op door tweelingen een vaste naam te geven en hun geboorte volgorde te bepalen. Bij de Yoruba is de laatst geborene de oudste. Volgens hen stuurt de oudste de jongste vooruit om te kijken of de wereld “goed genoeg” is om geboren te worden. De laatst geborene heeft daarom de rechten van de oudste van de tweeling.

Bij de Nyamwezi wordt de koningstweeling (en de moeder nemen wij aan) niet vermoord, maar voor het leven verbannen. Ook geen licht gelag als we uitgaan van de onderlinge afhankelijkheid van voedselproductie, onderdak, bescherming  binnen een dorp.

Als oorzaken voor het afwijzen, verbannen of doden van tweelingen wordt gewoonlijk alleen genoemd dat een tweelinggeboorte ongeluk voortbrengt. Dat ongeluk wordt bij verschillende volken op een andere manier benoemd. Bij de Sukuma, Fungwe, Wemba, Zezuru, Budja en de Venda is het waarschijnlijk dat het land na een tweelingeboorte door een langdurige droogte getroffen wordt waardoor oogsten zullen mislukken en het vee zal sterven. Bij de Winamwanga werden tweelingen geofferd om het te laten gaan regenen.

Bij de Pangwa zal het land door een lepra-epidemie getroffen worden; bij de Acoli, Lotuka en de Didinga zal het geluk in de jacht sterk verminderen. Bij deze twee laatste volken mag de vader een enige tijd na de geboorte niet aan de jacht of aan oorlogshandelingen deelnemen.

In zijn algemeenheid – vindt men – vormen tweelingen bij deze volkeren een gevaar voor de ouders en soms verdergaand ook voor de familie. In het ergste geval wordt het hele dorp en zelfs het hele volk door een tweelinggeboorte bedreigt met volledige ondergang. (Dit laatste bij de Ibibio, Tikar, Acoli, Madi, Pare, Saramo, Fungwe, Suto)

Zijn de tweelingen van verschillend geslacht dan wordt meestal het meisje gedood, in slechts enkele gevallen de jongen.

De manier waarop tweelingen worden gedood is doorgaans door hen in het bos achter te laten of in een waterloop te leggen (beek, rivier of poel). Men hoopt daarmee verlost te worden van het ongeluk dat tweelingen met zich meebrengen. De Tikar en de Kongo begraven de tweelingen op een kruispunt van wegen. Dat gebeurt ook met andere mensen die door de gemeenschap geminacht werden. De gedachte is dat de geest de weg naar het geboortedorp dan niet meer terug kan vinden. (Wiwa, Winamwanga, Fungwe, Wemba.)

Het achterlaten of begraven bij een waterloop duidt met grote waarschijnlijkheid op een samenhang met de invloed die tweelingen op water/regen zouden hebben. Dit komt voor bij de Zezuru, Hungwe, Budja, Venda, Shona, Rozwi, Tewe, Kerewe, Ngulu en soms de Zulu. Bij de Luvare, Lobedu, Lovale, Ronga en de Lenge begraven om dezelfde reden in “vochtige” grond. Blijft regen lang uit, dan graven de vrouwen de restanten weer op om ze alsnog bij een waterloop te begraven.

Ook hier willen we benadrukken dat als hier een volk genoemd wordt deze gebruiken daar werden waargenomen, maar vaak lang niet door alle dorpen en clans werden uitgevoerd. Soms hebben naast elkaar gelegen dorpen tegenovergestelde praktijken. Zijn tweelingen in het ene dorp zeer welkom en in het andere dorp niet.[4]

Al in de 40’er jaren van de vorige eeuw waren deze praktijken geleidelijk aan het verdwijnen door de intra- en interculturele weerstanden.[5] De verwachting is niet dat tweelingen nu overal geaccepteerd worden. In verreweg de meeste gevallen zijn ze welkom. In een minderheid van de gevallen worden ze met blijvend wantrouwen behandeld, verkrijgen ze geen sociale rechten, mogen ze niet trouwen of worden ze verwaarloosd.[6] Overal waar tweelingen in hoog aanzien staan worden ze meestal gegroepeerd met andere “abnormale” geboortes: met stuitbevallingen, kinderen die met het vlies geboren zijn, albinisme, of met zichtbare tanden, Downsyndroom, hermafrodiete kinderen, et cetera. Meestal worden deze ”afwijkingen” genegeerd en worden ze “gewoon” opgevoed.[7] Maar de rapportage over Albino kinderen leert ook dat her en der in de uitgestrekte steden en in het achterland bijgeloof en akelige praktijken nog steeds voorkomen.

[1] Inmiddels is deze Koning Shango zelf een “God” (de Yoruba zeggen Orisha – een entiteit in het geestenrijk). Hij is beschermer
 van tweelingen en drager van de bijl waarmee hij bliksems naar de aarde gooit als hij daar redenen toe heeft. Bij sommige 
rituelen rondom tweelingen dansen vrouwen met een dansstaf in de vorm van een knielende vrouw met een gesneden bijl boven haar hoofd.

[2] Lagercrantz (Hoofdstuk V pagina 258) neemt aan dat allerlei argumenten werden aangegrepen om het doden van tweelingen te 
beperken en uitzonderingen te benoemen. Er moet hoe dan ook culturele strijd zijn geweest gezien het zeer dicht bij elkaar wonen van 
volken en subclans met verschillende praktijken.   

[3] Lagercrantz hoofdstuk V, pagina 252.

[4] Twins in Africa and Diaspora Cultures. Hoofdstuk 1, pagina 4. Zie ook Bronnen in het menu.

[5] Lagercrantz Hoofdstuk V, pagina 258.

[6] The nonfunctional attributes of twin infanticide in the Niger delta. 1965. George Washington University. Casestudy 
van Philip E. Leis in een aantal gemeenschappen van de Ijaw naar de redenen van de infanticide. Uiteindelijk falen alle 
functionele verklaringen. Niet uit armoede, geen overbevolking, alleen omdat de voorouders het ook deden. Nu komen deze 
praktijken niet meer voor en met name religieuze leden van de gemeenschap beschermen tweelingen en dreigen met de politie 
als tweelingen onverhoopt op onnatuurlijke wijze zouden sterven. Er wordt niettemin geconstateerd dat tweelingen het soms 
moeilijk hebben.

[7] Twins in Africa and Diaspora Cultures. Hoofdstuk 1, pagina 4. Zie ook Bronnen in het menu.