Het praatje en het plaatje

Spotprent circa 1920
Een soortgelijk beelden worden bij Sotheby’s geveild voor honderdduizenden euro’s en soms voor miljoenen. Dit is overigens geen tweelingbeeld maar een voorouderbeeld van de Fang.

Voor Tribale kunst geldt in hoge mate hetzelfde als voor hedendaagse abstracte kunst. Als regel geldt dat je het object niet ten volle kunt begrijpen zonder de “uitleg” erbij.

Als eerste wijsheid geldt dat Tribale volkeren geen kunst maken om de kunst. Zij maken gebruiksvoorwerpen en doen dat soms op een zeer kunstzinnige manier. Een reden temeer om objecten van tribale kunst te leren kennen in hun culturele context.

Natuurlijk geeft de gevoelde schoonheid van een object ten opzichte van andere objecten, een voorsprong in onze bewondering, maar met meer kennis willen vaak de minder goede of zelfs  “knurftig” gesneden objecten ook ons hart ook  stelen. Net als bij ons zijn er in Afrika verschillen tussen rijk en arm. Niet iedereen kon zich een topkunstenaar veroorloven. Velen moesten zich behelpen met minder getalenteerde houtsnijders of sneden het object misschien wel zelf. Het is als met het bezichtigen van kerken: Wie al talloze enorme en prachtige kathedralen heeft bezichtigd, kan ontroerd raken van een minuscuul plattelandskerkje waarin de liefde van de lokale kerkleden helderder naar voren komt.

Boek te kop bij Bol.com https://www.bol.com/nl/p/wat-kunst-is/9200000030321613/?s2a=#productTitle

“De Amerikaanse kunstfilosoof Arthur Danto schreef in 1984 het bekende essay ‘The End of Art’. Danto meent niet dat er geen kunst meer gemaakt wordt, maar dat het praatje belangrijker wordt dan het plaatje. Zonder het verhaal erachter is namelijk in sommige gevallen geen onderscheid te maken tussen wat kunst is en wat niet. Bij Danto kwam dat moment ten tijde van Warhols Brillo boxen. Zonder het verhaal achter deze dozen, zijn het namelijk gewoon zeepdozen. De filosofie achter het werk (—) neemt de belangrijkste plaats in.”[1]

Voor de tribale kunst – die  figuratiever is – gaat dit enerzijds in mindere mate op, omdat veel verzamelaars zich in de eerste plaats laten leiden door subjectieve argumenten. De schoonheid of de uitstraling van het object. Anderzijds is een tribaal object niet echt in zijn volle schoonheid te begrijpen zonder het te laten oplichten vanuit de achtergrond van zijn eigen cultuur, overtuigingen en rituelen. Het volgende citaat is mij daarom uit het hart gegrepen.

“Voorwerpen worden in een (museum)verzameling losgemaakt uit hun oorspronkelijke context en informatie over de cultuur waar zij uit voortkwamen, dreigt verloren te gaan. Omdat de voorwerpen ons toch aanspreken, maakt onze verbeelding zich ervan meester en gaan zij onze esthetische, psychologische of levensbeschouwelijke behoeften bevredigen. Zij informeren ons dan niet meer over andere culturen, maar alleen nog over onszelf. Hun functie in de dialoog tussen de culturen is verloren gegaan.”[2]

[1] Geciteerd uit column over “De criticus in de hedendaagse kunst” van Koen Schouwenburg, 
16 juli 2009, https://www.cleeft.nl/kunst/column_de-criticus-in-de-hedendaagse-kunst

[2] Geciteerd uit artikel “Wereldbeeld en iconografie van de Yaruba”, auteur Hans de Witte; publicatie Vormen Van Verwondering, 
De geschiedenis en de collecties van het Afrika Museum, Berg en Dal, Deel 1. / ISBN 9071611132 https://afrikamuseum.nl/nl